(Ook bekend / gespeld als: Beekenhorst, Beekhorst of "Beek en Horst")
Locatie
Commewijnerivier
Linkeroever in het afvaren
Grootte
800 akkers (1745), 500 akkers (1770); 689 akkers (1795)
Producten
Koffie (1795); Verlaten (1827)
Omschrijving
1745 - uitgifte plantage (warrand 1745)
In 1745 vroeg Dirk Guldensteden een land aan de Commewijnerivier, aan de monding van de Orleanekreek, dit werd later Beekenhorst.
In 1746 had Guldensteeden ook een stuk land aangevraagd van 100 akkers aan de
Orleanekreek "bij de tweede rits" en aansluitend aan Beekenhorst. Later werd deze grond
"Bijval" genoemd. Van Andreas Ludolf Calvi werd diens kostgrond "Favorita" aan de
benedenlijn van Bijval overgekocht. Zo was de gehele hoek van Commewijne en de Orleanekreek
eigendom geworden van Guldensteden, en kan feitelijk worden beschouwd als 1 grote
plantage, hoewel de 3 namen bleven bestaan. Het totale bezit was 800 akkers groot.
Dirk Guldensteden was Raadslid van het Hof van Politie en Criminele Justitie; ook was hij dus
planter en administrateur van plantages.
In 1725 was Dirk gehuwd met Maria Coudrie, uit dit huwelijk zijn 2 kinderen bekend, geboren in 1726 en 1730. De archieven tussen 1735 en 1750 ontbreken grotendeels. In die tijd is Maria Coudrie
gestorven, misschien in 1737, want in dat jaar werden huis en meubelen geïnventariseerd. Dirk
hertrouwde met Johanna Elisabeth Wisman-Van der Horst. Dirk Guldensteden overleed in 1748. Zijn echtgenote en kind waren de erfgenamen.
Johanna Elisabeth Wisman-Van der Horst hertrouwde in 1749 met Adrianus Braet, maar het
huwelijk duurde slechts kort. Ten derde male trouwde zij, in 1751, met Hubertus Johannes van
Beek. Het nieuwe echtpaar gaf aan de nieuwe aanleg in de Commewijne zijn definitieve naam: "Beek
en Horst". Johanna Wisman van der Horst overleed in 1756 en is op de plantage begraven.
zij liet vier plantages en het huis na aan haar halfzuster Petronella Jacoba Visser, gehuwd met
Anthony Brouwer. De erfenis was blijkbaar met schuld bezwaard, want Petronella heeft lange
tijd "gedelibereerd", alvorens deze te accepteren.
A. Brouwer (kaart Lavaux 1770)
Onbekend is hoe de plantage in 1770 bij A. Brouwer is terechtgekomen, vermoedelijk door verkoop.
1793 - 't fonds onder D. Luden(almanak 1793)
Onbekend is hoe het fonds de eigenaar is geworden. Mogelijk door een niet afbetaalde hypothecaire schuld.
1819 - A. Cameron (almanak 1821)
Onbekend is hoe de plantage in handen van A. Cameron is gekomen.
1827 - Verlaten
De almanak van 1827 meldt dat de plantage verlaten is. M.D. Teenstra bezocht in 1830 de meeste plantages in Suriname om gegevens te verzamelen voor zijn boek "de landbouw in de kolonie Suriname". Hij constateerde ook dat Beekenhorst verlaten was.
2002
Op de plantage is niets meer te vinden van het verleden.
Eigenaren
1745-1748: Dirk Guldensteden
1748-1756: Johanna Wisman van der Horst en kinderen
1756-?: Petronella Jacoba Visser
1770-?: A. Brouwer
1793-1795: Het fonds onder D. Luden
1819: A. Cameron
1827: Verlaten
NB: De informatie op deze pagina is afkomstig uit vele bronnen, deze kunnen worden geraadpleegd op onze bronnen pagina.